Het meest gehouden productiedier in Nederland is het vleeskuiken. Per jaar worden ongeveer 390 miljoen vleeskuikens ‘geproduceerd’. Daarnaast worden nog eens 220 miljoen extra vleeskuikens levend geïmporteerd om hier te worden geslacht. Van de in Nederland uitgebroede kuikentjes wordt meer dan 25% (150 miljoen) direct na de geboorte geëxporteerd.[1]
‘Vleeskippen’ zijn eigenlijk kuikens die in korte tijd worden vetgemest voor de slacht. Terwijl een kip gemiddeld zo’n 10 jaar oud kan worden[2], worden vleeskuikens al na enkele weken geslacht. Berucht is de zogenaamde ‘plofkip’ in de gangbare kuikenhouderij, die in slechts 6 weken zijn slachtgewicht van 1,8 tot 2,8 kg bereikt.[1,3] Maar zelfs een biologisch vleeskuiken wordt niet ouder dan een kleine 12 weken.[4]
Verreweg de meeste vleeskuikens worden geproduceerd in gangbare houderijen. Daarom wordt hieronder eerst ingegaan op de gangbare vleeskuikenhouderij. Vervolgens wordt stilgestaan bij het dierenwelzijn binnen deze bedrijfstak. Tot slot worden diverse keurmerken (zoals Beter Leven en Biologisch) besproken.
Bron: Ongehoord
Slechts de helft van de hier geproduceerde vleeskuikens is bestemd voor de Nederlandse markt
150 miljoen pasgeboren kuikentjes worden jaarlijks geëxporteerd
Vleeskuikens komen niet buiten en zien geen daglicht
In 6 weken bereiken de meeste vleeskuikens hun slachtgewicht van ruim 2 kg
21 van zulke ‘plofkippen’ hebben samen 1 m2 tot hun beschikking
Mede door hun snelle groei hebben de kuikens ernstige gezondsheidproblemen
Vleeskuikens leven in hun eigen ontlasting; de stal wordt tijdens hun leven niet schoongemaakt
Jaarlijks worden in Nederlandse 610 miljoen vleeskuikens geslacht
Minder dan 0,2% van de vleeskuikens wordt op biologische wijze gehouden
In Nederland zijn meer dan 600 vleeskuikenhouderijen waar ruim 49 miljoen kuikens worden gehouden. Omdat de kuikens al na 6 weken worden geslacht, worden jaarlijks zo’n 390 miljoen kuikens geproduceerd. Deze kuikens leven dicht op elkaar in afgesloten stallen, met geautomatiseerde voer- en watertoevoer, zonder daglicht [5] en veelal zonder sprinklerinstallatie.[6]
De productie van vleeskuikens bestaat uit een keten van verschillende bedrijven. Fokbedrijven zijn gespecialiseerd in het fokken van kippen die veel vlees opleveren. Op vermeerderingsbedrijven zorgen deze kippen voor bevruchte eieren. Deze eieren worden uitgebroed in broederijen. De kuikentjes worden vervolgens gemest op vleeskuikenbedrijven en na enkele weken geslacht.[7] Deze hele keten wordt hieronder besproken.
Bron: Ongehoord
Vleeskuikens zijn gefokt op vraatzucht, snelle groei, en de ontwikkeling van veel borstvlees (voor de kipfilets).[3,5] Deze fok is wereldwijd in handen van twee bedrijven: Aviagen en Cobb-Vantress.[7,8]
In fokbedrijven worden de overgrootouderdieren gefokt: hanen met snelle vleestoename, en hennen die ‘vlezig’ zijn en vooral veel eieren leggen. De hanen zitten alleen in een kooi en de hennen leven in kleine groepen of alleen. Door de grote groeisnelheid hebben vooral de hanen veel fysieke problemen.[9]
De kuikens van de gefokte overgrootouderdieren worden de grootouderdieren genoemd. Het fokbedrijf levert een klein aantal grootouderdieren aan de opfokker. Hier worden de grootouderdieren gekruist om zo een groter aantal ouderdieren met de specifieke genetische eigenschappen te produceren. Na 18 tot 22 weken zijn de ouderhennen klaar voor de leg en worden de ouderdieren aan vermeerderingsbedrijven geleverd.[7,9]
In Nederland bevindt zich 1 basisfokbedrijf van de firma Cobb-Vantress, in Herveld [10], van waaruit de Europese markt wordt bediend.[11]
In vermeerderingsbedrijven produceren ouderdieren (hanen en hennen) broedeieren. In 2016 werden in 202 bedrijven zo’n 5,4 miljoen ouderdieren gehouden.[1] De stallen zijn verstoken van daglicht en buitenlucht. De hennen hebben te lijden onder het ruwe paargedrag van de hanen. Ze zijn gefokt op vraatzucht, maar om te voorkomen dat ze voortijdig sterven door overgewicht worden ze op een hongerdieet gehouden. Zo kunnen de hennen ongeveer 17 maanden lang eieren leggen. Daarna worden ze geslacht en verkocht als soepkip of verwerkt in snacks.[3]
De eieren worden gelegd in legnesten, vanwaar ze met een lopende band naar een centraal eierlokaal gaan en verpakt worden voor transport.[7] De Nederlandse vermeerderingsbedrijven produceerden in 2016 meer dan een miljard (1.070 miljoen) bevruchte broedeieren. Hiervan gingen ca. 680 miljoen naar de 14 Nederlandse broederijen, waarbij 490 miljoen eieren (46%) bestemd waren voor Nederlandse vleeskuikenhouderijen. De overige 190 miljoen eieren (18%) werden uitgebroed om vervolgens geëxporteerd te worden. Daarnaast werden 390 miljoen broedeieren (36%) direct geëxporteerd, voornamelijk naar Rusland, maar ook naar Irak en Libië.[1]
Bron: publiek domein CC0
De eieren worden uitgebroed in broedkasten. In traditionele broedkasten is geen voer of water aanwezig. Deze kasten worden na 21 dagen geleegd. Kuikentjes die eerder uit het ei zijn gekomen, hebben tot die tijd dus niks te eten of te drinken. Eieren die na 21 dagen niet zijn uitgekomen worden weggegooid.[9] Sinds een paar jaar zijn er echter ook broedkasten waarin water en voedsel beschikbaar is, en waarbij van buitenaf de eieren en kuikens zichtbaar zijn.[7,12]
Kuikentjes die te klein of afwijkend zijn, worden gedood. Een kleine 80% van de eieren levert ‘bruikbare’ kuikens op. Deze gaan in kratten naar de vleeskuikenhouderij om gemest te worden.[1,5] In 2016 gingen 390 miljoen van de Nederland uitgebroede kuikens (uit de inleg van 490 miljoen eieren) naar Nederlandse vleeskuikenhouderijen. De 190 miljoen eieren die voor de export werden uitgebroed, leverden 150 miljoen kuikens op. Deze werden voornamelijk naar Duitsland geëxporteerd.[1]
In 2016 waren er in Nederland 629 vleeskuikenhouderijen, waar ruim 49 miljoen kuikens werden gehouden. Het gemiddelde aantal kuikens per bedrijf was 78201.[1] In de meeste bedrijven worden de kuikens in een kleine 6 weken vetgemest tot ze 1,8 tot 2,8 kg wegen[1]: de zogenoemde ‘plofkippen’.[13]
De kuikens leven met duizenden tezamen in kale schuren, met alleen wat strooisel op de grond. Er geldt een maximale bezettingsgraad van 42 kg/m2.[14] Aan het eind van hun leven zitten er dan zo’n 21 kippen op 1 m2, maar als de kuikens jonger zijn (en minder zwaar), zijn dit er meer.[15] Bij een lagere bezettingsgraad (maximaal 39 kg/m2 of maximaal 33 kg/m2) hoeft het bedrijf aan minder regels te voldoen.[14]
De stallen zijn permanent afgesloten en worden mechanisch geventileerd. De voer- en watervoorziening zijn geautomatiseerd. Omdat er geen daglicht binnenkomt, wordt het slaap/waak-ritme geregeld door middel van verlichtingssystemen. De lampen staan zo veel mogelijk aan, omdat dit de groei van de kuikens bevordert.[5] Per etmaal moet het ten minste 6 uur donker zijn, waarvan minimaal 4 uur onafgebroken. In de eerste 7 dagen nadat de kuikens in de stal zijn geplaats en 3 dagen voor de slacht mag deze regel echter worden genegeerd.[14]
Tijdens de mestperiode worden de schuren niet schoongemaakt. Omdat de kuikens enorm snel in gewicht toenemen, hebben ze veel mobiliteits- en gezondheidsproblemen. Door hun bewegingsproblemen blijven ze vaak liggen in het door hun eigen ontlasting vervuilde strooisel, met ernstige ammoniakblaren en irritaties aan hun ogen en luchtwegen tot gevolg.[3,5,9] Meer informatie hierover vindt u onder Dierenwelzijn en misstanden.
Na een kleine 6 weken zijn de kuikens klaar voor de slacht en worden de stallen geruimd. Dit gebeurt ‘s nachts, omdat de kuikens dan rustiger zouden zijn. Meestal wordt dit handmatig gedaan door groepen arbeiders die in een paar uur tijd alle kuikens in kratten stoppen, waarin ze vervolgens worden vervoerd. Dit gebeurt op een hoog tempo en op hardhandige wijze. Er zijn ook vangmachines, zoals te zien is in een video van de firma Peer. Na de ruiming worden de schuren schoongemaakt, en na 2 weken gevuld met nieuwe vleeskuikens.[5]
In 2016 werden in 16 slachterijen 610 miljoen vleeskuikens geslacht: 390 miljoen daarvan waren afkomstig uit Nederlandse houderijen, terwijl 220 miljoen kuikens levend werden geïmporteerd voor de slacht. Dit leverde ruim een miljoen ton kuikenvlees op (‘geslacht gewicht’). Daarnaast werd nog eens 640.000 ton vlees geïmporteerd. Bijna 80% van de totale hoeveelheid kuikenvlees werd geëxporteerd, terwijl 343.000 ton bestemd was voor de Nederlandse markt.[1]
Bron: Ongehoord
Ter verhoging van de bedrijfsefficiëntie wordt schaalvergroting toegepast. In vergelijking met 2007 was het aantal vleeskuikenbedrijven in 2017 met 17% afgenomen, terwijl het aantal vleeskuikens met ruim 11% was gestegen.[1]
De schaalvergroting gaat gepaard met een toename van het aantal megabedrijven, die meer dan 220.000 vleeskuikens houden. In 2005 waren er 14 megabedrijven, met in totaal 5,6 miljoen vleeskuikens (ca. 11% van de totale vleeskuikenstapel). Bij 7 bedrijven werden 400.000 of meer kuikens gehouden (600.000 bij het grootste bedrijf).[15] Het aantal megabedrijven groeide naar 23 in 2010 en 34 in 2013. [16]
Een bedrijf kan de kuikens op 1 of meerdere locaties onderbrengen. Als meer dan 2200.000 kuikens op 1 locatie worden gehouden, spreekt men van een megastal. Het aantal megastallen nam af van 21 in 2010 naar 11 in 2013. [16] Voor megastallen geldt dat er sprake is een verhoogd risico is bij stalbranden en bij besmettelijke dierziektes.[3,17] Besmette dieren worden geruimd, omdat zij niet meer geschikt zijn voor de vleesconsumptie.[3]
Zoals hier boven beschreven, hebben de kuikens in de gangbare vleesindustrie een erg slecht leven. Ze zitten dicht op elkaar en zien geen daglicht. Omdat ze veel sneller groeien dan goed is voor hun lichaam, kampen ze met ernstige aandoeningen, zoals chronische pijn aan poten en gewrichten. Na een kleine 3 weken kunnen veel kuikens al niet goed meer lopen. Maar liefst 90% van de kuikens kan zich niet normaal bewegen als ze de slachtleeftijd hebben bereikt. Hierdoor blijven de kuikens veelal liggen in het vochtige, vervuilde strooisel. De bijtende ammoniak zorgt leidt tot pijnlijke blaren op hun borst en ernstige wonden aan hun poten.[5,9]
Van nature nemen kippen vaak stofbaden om zich van parasieten te ontdoen.[18] In het vieze strooisel is dit echter onmogelijk. Daarnaast hebben veel kuikens ademhalingsproblemen door vochtophoping rond de organen. Bij sommige kuikens leidt dit tot verstikking nog voordat ze 4 weken oud zijn. Door de vaak slechte lucht en niet goed geregelde temperatuur krijgen veel kuikens irritaties aan hun ogen en luchtwegen.[5]
Volgens de wet moeten de schuren tweemaal per dag worden geïnspecteerd. Toch worden veel zieke dieren niet opgemerkt en blijven verstoken van zorg. Bij de ruiming worden de kuikens op hardhandige wijze massaal in kratten gestopt.[5]
Voor meer informatie, undercover foto’s en video’s verwijzen we naar de sites van Animal Rights, Ongehoord en 1037 Against Animal Cruelty.
Bron: Ongehoord
Met behulp van diverse keurmerken wordt getracht het leven van vleeskuikens te verbeteren. De belangrijkste worden hieronder besproken. Opmerkelijk is dat zowel Animal Rights als Ongehoord ernstige misstanden rapporteren voor bepaalde vleeskuikenhouderijen die in bezit zijn van een keurmerk.
Hoewel de grote supermarkten in Nederland inmiddels zijn afgestapt van de plofkip, voldoet de ‘basiskip’ de nu in hun schappen ligt niet aan onderstaande keurmerken. Qua dierenwelzijn hebben ze het iets beter dan de plofkip, maar uit het overzicht van Wakker Dier blijkt dat de verbeteringen zeer beperkt zijn.
Dierenbescherming heeft minimumnormen opgesteld, waarmee een veehouderij in aanmerking kan komen voor 1 of meerdere sterren.[19] Een overzicht van deze normen vindt u in de Beter Leven-folder.[15] In 2018 voldeden de omstandigheden van ruim 29 miljoen vleeskuikens (ca. 7,5% van alle vleeskuikens) in Nederlandse houderijen aan de criteria voor ten minste 1 ster.[email contact met de Dierenbescherming]
Om fysieke problemen door te snelle groei te voorkomen, mogen geen snelgroeiende plofkippen worden gehouden. De kuikens zijn dus later klaar voor de slacht: na 56 dagen (8 weken; 1 en 2 sterren) of 81 dagen (11,5 week; 3 sterren). Het transport naar de slachterij mag maximaal 3 uur duren (in de gangbare houderij is dit 24 uur).[15]
In de stallen is daglicht verplicht; het is minimaal 8 uur per etmaal onafgebroken donker; er is verrijkingsmateriaal (zoals strobalen om strootjes uit te pikken of zand voor stofbaden). De bezettingsgraad is lager dan in de gangbare houderijen (variërend van 13 tot 11 kippen per m2) en bij 2 of 3 sterren is tevens vrije uitloop beschikbaar (2 sterren: 1 m2 per kip; 3 sterren: 2 m2 per kip) waar kuikens van 28 dagen en ouder dagelijks minimaal 8 uur vrij kunnen rondscharrelen. Om 1 ster te verwerven krijgen houderijen 2 jaar de tijd om een overdekte uitloop te realiseren.[15]
Er zijn verschillende soorten scharrelkuikens: binnengehouden scharrel; scharrel met uitloop; boerenscharrel met uitloop; en boerenscharrel met vrije uitloop. De vereisten voor deze verschillende soorten zijn vastgelegd door de Europese Commissie. De meeste scharrelvleeskuikenbedrijven werken volgens de eisen van het 1-ster Beter-Leven-keurmerk met overdekte uitloop.[7]
De Europese Verordening voor het houden van biologische vleeskuikens is overgenomen in de Nederlandse wetgeving. De bekendste keurmerken in Nederland zijn EKO en Demeter. Demeter hanteert extra vereisten met betrekking tot biologisch-dynamische landbouw.[7] Al het biologische kippenvlees krijgt automatisch ook het 3-sterren Beter-Leven-keurmerk, mits de dieren verdoofd worden geslacht.[15]
Op 1 m2 mogen maximaal 10 biologische vleeskuikens worden gehouden, met hoogstens 4.800 kuikens per stal. Een bedrijf mag maximaal is 16.000 kuikens houden, verdeeld over minimaal 4 stallen. De stallen zijn voorzien van voldoende daglicht, en het is minimaal 8 uur donker per etmaal. Er wordt natuurlijke ventilatie toegepast.
Op de vloer ligt voldoende strooisel, maar verrijking is niet verplicht. De kuikens hebben minimaal 8 uur per dag toegang tot een vrije uitloop (minimaal 4 m2 per kuiken). Deze uitloop is begroeid, zodat er voldoende schuilplekken zijn. Het voer is biologisch. De kuikens zijn van een langzaamgroeiend ras en gaan na minimaal 81 dagen naar de slacht. Het transport mag, net als bij de reguliere bedrijven, maximaal 24 uur duren.[15,4]
De biologische vleeskuikenhouderij in Nederland is erg klein, en was in 2017 afgenomen ten opzichte van 2015 en 2016. In 2017 bedroeg het aantal biologisch gehouden vleeskuikens 84.500, wat overeenkomt met slechts van 0,18% van de totale vleeskuikenstapel. Deze kuikens werden in 11 bedrijven gehouden; dat is minder dan 2% van het totale aantal vleeskuikenbedrijven.[1]
Agrimatie: Informatie over de agro-sector Wageningen Economic Research (WUR). https://www.agrimatie.nl/SectorResultaat.aspx?subpubID=2232§orID=2255&themaID=2286&indicatorID=2015 (geraadpleegd op 6-8-2019)
Animals Today. Hoe oud wordt een kip. https://www.animalstoday.nl/hoe-oud-wordt-kip/ 14 mei 2018
Animal Rights. https://www.animalrights.nl/stop-de-slacht/kippen (geraadpleegd 10-8-2019)
Beter Leven. https://beterleven.dierenbescherming.nl (geraadpleegd 14 mei 2019)
Beter Leven folder. Beter Leven: Factsheet Vleeskuikens. Maart 2019. [PDF] https://beterleven.dierenbescherming.nl/fileupload/2019/201904_Factsheet_BLk_vleeskuikens_update_DEF.pdf
Dierenbescherming. E-mail contact, 13-21 mei 2019.
Foodlog. 17-11-2017, https://www.foodlog.nl/artikel/revolutie-onder-de-kuikenbroeders/
Kip in Nederland. http://www.kipinnederland.nl/over-de-vleeskuikensector/de-keten-ontrafeld (geraadpleegd 20-6-2019)
Levende have. https://www.levendehave.nl/dierenwikis/pluimvee/stofbad (geraadpleegd op 10-8-2019)
Ongehoord. https://www.ongehoord.info/onderzoek/kippen/ (geraadpleegd 10-8-2019)
Pluimveeweb-Aviagen. Pluimveeweb, 1-8-2017. https://www.pluimveeweb.nl/artikel/166361-aviagen-neemt-hubbard-over/
Pluimveeweb-Cobb. Pluimveeweb, 20-5-2014. https://www.pluimveeweb.nl/artikel/150277-cobb-opent-basisfokbedrijf-herveld/
Pluimveeweb-Herveld. Pluimveeweb, 1-5-2016. https://www.pluimveeweb.nl/artikel/173406-basisfokbedrijf-herveld/
PvdD. https://www.partijvoordedieren.nl/standpunten/brandveiligheid-stallen (geraadpleegd op 23-5-2019)
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland: Welzijnseisen voor vleeskippen. https://www.rvo.nl/onderwerpen/agrarisch-ondernemen/dieren-houden/dierenwelzijn/welzijnseisen-voor-dieren/vleeskuikens (geraadpleegd 5-8-2019)
SKAL. https://www.skal.nl/veehouderij/pluimvee/ (geraadpleegd 7-8-2019)
Volkskrant 23 april 2019. https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/hoe-slecht-is-de-megastal-echt~badc5b8b/
Wakker Dier. https://www.wakkerdier.nl (geraadpleegd op 20-6 2019)
WD-plofkip https://www.wakkerdier.nl/campagnes/plofkip/
WUR1. Alterra Wageningen UR (2007): Megastallen in Beeld https://www.wur.nl/nl/Publicatie-details.htm?publicationId=publication-way-333538373630
WUR2. Alterra Wageningen UR (2015): Analyse Megastallen en Megabedrijven 2005, 2010 en 2013 https://www.wur.nl/nl/Publicatie-details.htm?publicationId=publication-way-353036313738